Tweetalige teksten zijn vooral voor de studie van de oudheid van groot belang, vooral als de ene taal bekend is en de andere niet. In dat geval geeft een dergelijke tekst, mits deze lang genoeg is en de vertaling precies genoeg is, vaak de sleutel tot het beginnen ontcijferen van de onbekende taal. Als dit proces eenmaal op gang gebracht is kan men dan de studie van de tot dan toe onbekende taal uitbreiden naar eentalige documenten in die taal. Latere vondsten van nog meer tweetalig materiaal kunnen nog steeds van belang zijn omdat zij een controle op gemaakte veronderstellingen of een betere kijk op variaties van een taal mogelijk maken.

Een schoolvoorbeeld van een tweetalige tekst die een sleutelrol gespeeld heeft is de Steen van Rosetta, die voor een derde deel in het Grieks is, een bekende taal. De andere twee delen zijn in het Egyptisch en wel in twee verschillende schriften waarin deze taal geschreven werd. Dit is een ander aspect van dit soort documenten: zij kunnen ook de sleutel tot een bepaald schrift bevatten. Rosetta is dus tweetalig maar 'drieschriftig', hoewel deze term zelden gebruikt wordt.